Het weekend van, Quint Linderman

Vrijdag

Vrijdagochtend gaat de wekker om samen met Douwe en Lotte boodschappen te gaan doen voor wat komen gaat later dit weekend. Nadat Lotte en ik, Douwe (en Joris) gisteravond ook al hadden gezien tot in de nachtelijke uurtjes, werd het een heus wedstrijdje wie er het laatst bij de Dirk aan kon komen gewonnen door Douwe. Na ontbijt, chips en drank gehaald te hebben, nodigde Douwe ons nog even uit om wat koffie te komen drinken bij hem thuis. Goede gastheer als hij is, schonk onze monarchist meerdere malen het zwarte goud in mijn hoogstpersoonlijke mok die zijn moeder speciaal voor mij, als republikein, had uitgezocht.

Nu we de laatste plannen doorgesproken hadden, ging ik door naar de universiteit om samen met Justus verder te werken aan ons onderzoeksproject en in het bijzonder aan onze creatieve opdracht. Terwijl Justus en ik eindelijk een goed onderwerp bedacht hadden en midden in onze werktrans zaten, ging bruut het brandalarm van Polak af, waarna we besloten in het toch veel veiligere Sanders gebouw plaats te nemen. Onze creatieve opdracht bijna af hebbende, vertrokken Justus en ik weer naar Lotte, waar niemand anders dan Douwe (ja hij gaat nog veel terugkomen dit weekend) een heerlijke geïmproviseerde maaltijd voor ons had bereid. Wij vertrokken richting het paviljoen om de theatervoorstelling van Milo te gaan bekijken. Eenmaal aangekomen waren we druk onze verwachtingen van de voorstelling aan het bespreken, toen Milo plots verscheen om in een mengelmoes van accenten, waarin ik voornamelijk Ronald Goedemondt herkende, om ons de huisregels (geen foto’s) te komen verkondigen. De voorstelling was een moderne versie van de ‘Driestuiversopera’ van Bertolt Brecht. In deze knap gespeelde versie vol met technomuziek, werden we vooral verrast tijdens de bordeelscène, welke duidelijk maakte waarom de huisregels golden. Na de afloop, de nabeschouwing en bovendien het na borrelen ging iedereen weer naar huis om langzaam het bed op te zoeken.

Zaterdag

Na het standaard klaarmaken en de koffie, stond ik om half 1 ’s middags op station Blaak te wachten op een delegatie Tukkers. De vijf studenten uit onze oude vriendengroep die in Rotterdam zijn gaan studeren hadden het overige gedeelte dit weekend uitgenodigd om te genieten van de mooiste rotstad die er is, beginnend met een rondleiding. Deze rondleiding strandde alleen al na 200 meter bij de Oude Haven om te beginnen met een toost. Gelukkig had iedereen nog wel zin in de echte rondleiding en zo trokken we Rotterdam in. Beginnend bij de Markthal, vervolgden we onze weg naar de Coolsingel, via de Laurenskerk, de Meent en de Koopgoot. Bij elk hoogtepunt aangekomen had ik natuurlijk waanzinnige feitjes om aan iedereen te vertellen. Over de Erasmusbrug, kwamen we aan op de Kop van Zuid, waar ons het volgende drankje te wachten stond bij Hotel New York. Hier konden we op het terras genieten van het opgeklaarde weer met een desperado in onze hand. Vanaf Hotel New York wachtte ons de ultieme Rotterdamse attractie: de watertaxi. Over het water varend eindigden we de rondleiding toevallig bij de Euromast. Omdat het toch opvallend lekker weer bleef, besloten we ons avondeten te consumeren bij de Kralingse Plas. Met bier en pizza keken we uit over het water ons voorbereidend op de avond. En diezelfde dag werd het avond. Met Grolsch in onze handen verplaatsten we ons naar het dakterras van Douwe om de avond daar te vertoeven met de Rotterdamse skyline op de achtergrond, het beste van beide werelden zullen we maar zeggen.

Om in de sfeer te komen, begonnen we met bierpong. Bij het tweede potje was het raak, iets teveel raak eigenlijk. De tegenstanders hadden al onze cups al geraakt, toen ik nog maar één bal had mogen gooien en 19 heerlijke goedgevulde cups zaten smachtend op mij en mijn team te wachten. Met meerdere verstopte Ices, ging de avond verder; voor de één succesvoller dan voor de ander, maar dat laten we maar voor wat het is. Nadat Douwe en ik het maar niet eens werden over “we nemen nog één biertje” vs “we gaan nu naar de stad”, besloten we onbewust tot het compromis om naar de stad te gaan met een bvo’tje. Eenmaal in de stad konden we eerst genieten van de Nederlandse Hiphop in de VIP-room, waarna we toch echt in de Skihut belandden. Uren feestten we in een mysterieuze tent welke grijs staat van de rook en waarvan je trommelvliezen 100 keer worden doorbroken door een beruchte toeter. Na deze levensbedreigende situatie, kwamen we rond half 6 naar buiten met de schrik dat het al licht geworden was. Nog langs de Mac, waarna Douwe het idee opperde om nog een kleine afterparty bij hem thuis te houden. Snel Douwe negeren en naar huis werd het devies.

Zondag

Zondagochtend werden alle vermoeide hoofdjes langzaam wakker. Gelukkig was daar onze held Fabian die ons lief broodjes kwam brengen en eitjes begon te bakken. Wat volgde was een volledige nabeschouwing van de afgelopen avond, waarbij er vooral heel erg veel gelachen werd. Nadat iedereen langzaam weer richting het schone Twente was vertrokken, kwam de harde realiteit ook weer naar boven: ik moest nog tennissen. In mijn geel-groene papegaaienoutfit arriveerde ik later op de middag bij Passing Shot, want gelukkig mochten we thuis spelen. Op de baan kwam ik tot de realisatie dat de Skihut mijn tenniskunsten alleen maar had verbeterd. Met 6-2 6-0 speelden mijn dubbelpartner en ik de tegenstanders van de baan en zo steeg ons team naar de 1e plek van de ranglijst, en kunnen we aanstaande zondag kampioen worden. Na de borrel vertrok ik naar Lotte om nog even van de zondag te kunnen genieten, wetende dat er een tentamenweek volgde na dit geweldige weekend!

Sluiten