Nederland circulair binnen 30 jaar?

Heb jij al gehoord van de circulaire economie? Zo niet, dan wordt het hoog tijd! Want over 30 jaar is dat wel hoe de Nederlandse economie eruit moet zien. Althans, dat is het plan van het kabinet. In september 2016 publiceerde het kabinet haar Rijksbrede programma genaamd ‘Nederland Circulair in 2050’. De naam van dit programma laat weinig aan de verbeelding over: het doel is een geheel circulaire economie te realiseren in 2050. Maar wat is dan een circulaire economie en hoe wil het kabinet dit bereiken? En hoe haalbaar zijn deze plannen? 

Onze huidige economie kan je het best weergeven als een lineair proces: grondstoffen worden aan de aarde onttrokken, gebruikt en afgedankt. De afgelopen eeuw heeft deze manier van produceren een enorme welvaartsgroei mogelijk gemaakt. De keerzijden zijn vandaag de dag echter evident. Ten eerste is de economie afhankelijk van de grondstofvoorraad van onze planeet; zodra de grondstoffen op zijn, komt de wereldwijde productie nagenoeg stil te liggen. Ten tweede gaat een lineair productieproces gepaard met grote hoeveelheden afval. Afval dat in veel gevallen uiteindelijk in de natuur terecht komt, waar het soms onomkeerbare schade aanricht (denk aan het broeikaseffect, de plastic soep en bodemverzuring).

Onze huidige manier van leven kan niet op een duurzame wijze voortduren. Veel landen proberen daarom over te stappen op een circulaire economie. In een circulaire economie wordt geprobeerd om de hoeveelheid afval tot een minimum te beperken. In praktijk is dit realiseerbaar door producten zo veel mogelijk te hergebruiken, repareren of recyclen. Daarnaast moet (alle) energie op een duurzame wijze worden opgewekt, bijvoorbeeld via zon, wind of water. 

Hoe is het kabinet van plan deze transformatie te realiseren? Zoals het rijksprogramma aangeeft, is “een fundamenteel anders omgaan met grondstoffen nodig”. Drie strategische doelen zijn hiervoor opgesteld: 1) efficiënter benutten en hergebruiken van grondstoffen in bestaande ketens; 2) vervangen van fossiele grondstoffen door hernieuwbare; en 3) ontwikkelen van nieuwe productiemethodes en bevorderen van nieuwe manieren van consumptie. 

Deze strategieën zijn relatief vaag. Gelukkig heeft het kabinet ook vijf verschillende concrete interventiemethoden beschreven waarop zij de economische transitie kan versnellen. Een grote rol is weggelegd voor nieuwe wet- en regelgeving. Deze kan innovatie stimuleren, barrières wegnemen en beleidsdoelen afdwingen. Daarnaast zullen slimme marktprikkels worden ingezet om externaliteiten te bestrijden. Een goed voorbeeld is de reeds bestaande Europese CO2-belasting. Tot slot zal er oog zijn voor financiering, kennis en innovatie en internationale samenwerking.

Wat is de haalbaarheid van deze transitieplannen van de overheid? Zoals velen misschien wel aanvoelen, hebben de transitieplannen nogal wat voeten in de aarde. Dat is natuurlijk niet vreemd; voor een succesvolle transitie zal de samenleving structureel en ingrijpend moeten veranderen. Daarnaast lijken de plannen in veel opzichten te ambitieus en loopt de uitvoering ervan achter op schema. De ambitie van het kabinet is om in 2030 halverwege te zijn en het gebruik van primaire grondstoffen (waaronder metalen, fossiele brandstoffen en plastics) met 50% te hebben verminderd. Terwijl deze plannen in 2016 zijn afgekondigd, was vijf jaar, later in 2021, slechts 12% van de totale energieproductie hernieuwbaar, aldus het CBS. Het gebrek aan handhaving, zowel kwalitatief als kwantitatief, lijkt hier een grote rol te spelen.

Tot slot is voor een succesvolle transitie draagvlak onder de bevolking en bedrijven noodzakelijk. Dit begint bij goede voorlichting. Het onderwijs kan hier wat mij betreft een belangrijke rol vervullen. Tot nu toe besteden de economische studies op de Erasmus Universiteit in hun programma’s nog relatief weinig tot geen aandacht aan deze transitie. Dit terwijl deze studenten in de (nabije) toekomst juist verantwoordelijk zullen worden voor de uitvoering van de transitieplannen.

De transitie naar een circulaire economie zal op alle facetten van ons leven een grote invloed hebben. We kunnen concluderen dat de plannen van de overheid om de economie circulair te maken binnen 30 jaar, erg ambitieus zijn. Ambitieus maar ook noodzakelijk. Het wordt immers alsmaar duidelijker dat de huidige consumptie-economie niet zo kan voortduren. De komende jaren zal een andere manier van denken nodig zijn. Dus de volgende keer dat jij je kratjes pils weer inlevert bij de Albert Heijn, denk dan niet alleen aan het statiegeld dat jij incasseert; denk ook eens aan de circulaire economie!

Bronnen

Sluiten