Pandjesprins eindelijk afgeremd?

Prins Bernard junior geeft niet echt het goede voorbeeld als eigenaar van het milieuvervuilend Circuit Zandvoort en honderden panden. Zal de Opkoopbeschermingswet, die waarschijnlijk per 1 januari 2022 in werking zal treden, de pandjesprins eindelijk afremmen?

Afgelopen weekend heeft prins Bernhard junior als mede-eigenaar heerlijk kunnen vertoeven op Circuit Zandvoort. Hopelijk was hij blij met het handje dat hij aan Hamilton heeft gegeven, want dat werd hem niet in dank afgenomen. Enkele Nederlanders vinden immers nog steeds dat leden van de Koninklijke Familie een voorbeeldfunctie moeten vervullen, hoewel de gemiddelde Nederlander waarschijnlijk niet meer in deze illusie leeft. Rondjes rijden met wagens is nu eenmaal niet heel milieuvriendelijk en het is ook schandalig om artiesten die al maanden niet mogen optreden te vragen of zij gratis willen optreden. Nog problematischer dan wat prins Bernhard op Zandvoort doet, is wat hij niet doet in de 590 panden die hij bezit: wonen. En dat in tijden waarin de huizenmarkt zwaar oververhit is.

Prins Bernhard junior is niet de enige huisjesmelker - of slimme belegger, die huizen opkoopt en deze voor vaak extreem hoge huurprijzen verhuurt. Uit onderzoek van het consumentenprogramma Kassa blijkt dat investeerders het afgelopen jaar de meeste woningen ooit kochten. Van de woningen in Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Rotterdam werd maar liefst 34 procent verkocht aan mensen die er zelf niet gingen wonen. Dit heeft gedeeltelijk tot gevolg dat een groot deel van de starters niet aan een eigen woning komt. Daarnaast heeft 20 tot 40 procent van de starters die hier wel in slaagt een hogere hypotheek dan verantwoord is doordat zij bijvoorbeeld schulden verzwijgen, blijkt uit onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten.

Afgelopen zomer werden er dan eindelijk stappen ondernomen in Den Haag om het opkopen van huizen tegen te gaan. Op 6 juli 2021 is het wetsvoorstel “Opkoopbescherming en verruiming mogelijkheden tijdelijke verhuur” aangenomen door de Eerste Kamer. Deze wet geeft gemeenten bevoegdheden om het verhuren van nieuw aangekochte goedkope en middeldure koopwoningen voor de eerste vier jaar te verbieden. Er gelden wel enkele uitzonderingen op deze wet. Als een huis al meer dan een half jaar voor de verkoop een huurwoning was, mag het een huurwoning blijven. Voor studenten is er overigens ook nog een voordelige uitzondering: mocht je het geluk hebben dat je ouders een huis kopen en het aan jou willen verhuren, dan is de gemeente ook verplicht daartoe een verhuurvergunning voor af te geven.

Deze wet beperkt echter het eigendomsrecht en dus zullen gemeenten moeten onderbouwen “of en in welke buurten door schaarste aan goedkope en middeldure koopwoningen onevenwichtige en onrechtvaardige effecten optreden”, aldus de nieuwe wet. Gemeente Amsterdam en Utrecht willen per 1 januari 2022 de opkoopbescherming het liefst voor de hele gemeente invoeren, om zo een waterbedeffect te voorkomen. Het is echter de vraag of dat te onderbouwen is. De vereniging van particuliere verhuurders van woningen waarschuwen gemeenten voor een tekort aan middeldure huurwoningen, wat nadelig kan zijn voor huurders die niet kunnen of willen kopen. Echter zal het niet inzetten van de opkoopbescherming ook niet veel betekenen voor deze huurders, gezien er met name dure huurwoningen beschikbaar komen.

Al met al zal het met de inwerktreding van deze wet moeilijker worden om in panden te investeren met als doel deze vervolgens te verhuren. De pandjesprins zal echter wat betreft de vele panden die hij nu al bezit en verhuurt geen hinder ondervinden van deze wet. De wet zal het probleem voor starters in de woningmarkt om een woning te kopen dan ook niet oplossen, maar het lijkt wel een stap in de goede richting. De tijd zal leren of er nog meer maatregelen genomen zullen worden. Wie weet komt er ooit een Prins Bernhard-belasting, wat de PvdA in hun verkiezingsprogramma voorstelde voor mensen die meer dan vijf huizen bezitten. Prins Bernhard was -verassing- niet zo gesteld op deze naam en liet weten juridische stappen te willen ondernemen, omdat hij vreest dat dit slecht is voor zijn imago. Dat is het ook, maar je kan je ook afvragen of het voor zijn imago niet beter is om andere keuzes te maken in het leven. In ieder geval zal de pandjesprins momenteel eerder worden afgeremd door zijn imago dan door de nieuwe wetgeving.

Bronnen

 

Sluiten