Ondemocratisch precedent in Friesland zorgt voor grimmig protest in Groningen

‘In Friesland is het ook gelukt, dus waarom zou het hier niet lukken? Wij blijven.’ ‘Ze zijn hier in Groningen een beetje moeilijk, in Friesland was het zomaar klaar.’ Geïnspireerd en gemotiveerd door het succes van het boerenprotest in Leeuwarden komen boeren uit het noorden van het land met honderden trekkers naar de binnenstad van Groningen om daar te demonstreren tegen de stikstofmaatregelen van de provincie. Wat gebeurde er een paar dagen eerder in Leeuwarden? En waarom deden de Groningse bestuurders ‘een beetje moeilijk’?

Zeker honderd boeren bezetten op vrijdag 11 oktober met hun trekkers het Friese provinciehuis in Leeuwarden. De boeren protesteren tegen de stikstofmaatregelen die de twaalf provincies gezamenlijk drie dagen eerder hebben afgesproken, waarin zij onder andere de stikstofruimte die boeren kunnen verkopen bij het stoppen van hun bedrijf strenger willen berekenen dan de landelijke overheid. De provincies willen niet meer uitgaan van de maximale stalcapaciteit, maar van het daadwerkelijke aantal koeien. De strengere regels zijn volgens de provincies nodig om ze juridisch houdbaar te maken, de Raad van State oordeelde immers eerder nog dat de landelijke stikstofaanpak juridisch niet deugde.

Ook Johannes Kramer, de Friese gedeputeerde van landbouw, zette zijn handtekening onder de interprovinciale afspraken. Als reactie op de protesten werden de boeren in eerste instantie dan ook uitgenodigd voor ‘een bak koffie’ op het provinciehuis, maar zij eisten dat Kramer zijn handtekening introk en gaven aan niet te vertrekken voordat zij hier zekerheid over hadden. Een paar uur na het begin van de demonstratie deelde Kramer dan ook mee de stikstofregels eenzijdig weer in te trekken, tot verbazing van de Friese Provinciale Staten.

Het zwichten van de Friese gedeputeerde zette een kettingreactie van boerenprotesten in gang. In de hoop hetzelfde te bereiken als hun Friese collega’s trokken ook in Drenthe, Overijssel en Gelderland boeren met trekkers richting de provinciehuizen. Naar Fries voorbeeld zwichtten ook in deze provincies de bestuurders aanvankelijk voor de demonstraties. En dus ook in Groningen bewogen de boeren zich richting het provinciehuis, daar verliep het echter anders. Het feit dat de Groningse bestuurders voet bij stuk hielden leidde bij de protesterende boeren tot onbegrip en agressie, zij hadden immers gezien hoe gemakkelijk het provinciale bestuur in Friesland inging op de eisen van hun collega’s. De agressie zorgde voor een grimmig protest; demonstrerende boeren belaagden agenten en reden afzettingen omver, met gevaar voor fietsers en voorbijgangers. Een boer werd gearresteerd nadat hij met zijn trekker geprobeerd zou hebben een politiepaard aan te rijden. René Paas, commissaris van de Koning in Groningen, gaf de boeren echter een duidelijke boodschap mee: ‘Het is een groot misverstand dat je door geweld of door dreiging met geweld je zin makkelijker kunt krijgen. Zo hoort het niet te gaan in een democratie. Zo hoort het niet te gaan in een rechtsstaat.’

Het Groningse bestuur trad die dag dan ook op als pleitbezorger voor het democratisch proces en als beschermer van de door de provincies gezamenlijk tot stand gekomen stikstofregels. Op 17 oktober zijn de provincies met een nieuwe verklaring gekomen, waarin wordt geopperd om uiterlijk 1 december duidelijkheid te geven over de wijze waarop zij gezamenlijk de stikstofproblematiek aan willen pakken. Onder deze verklaring ontbrak alleen de handtekening van de Friese gedeputeerde, Johannes Kramer.

Zelf zal Kramer zich overigens niet lang meer bezig hoeven te houden met de stikstofproblematiek. Op 16 oktober, minder dan een week na de protesten in Leeuwarden, werd bekend dat Kramer wordt voorgedragen als nieuwe burgemeester van de gemeente Noardeast-Fryslân.

Sluiten