Ode aan de Duplosauriër

Ode aan de Duplosauriër

Het studerende leven van een Mr. Drs.-student is er eentje vol met kronkels en bijzondere keuzes. Ik besefte dit pas ten volle toen we met vier verschillende generaties dubbelstudenten stonden te schelden op het tentamen verbintenissenrecht. Waarom sommigen dat tweedejaarsvak pas 4 jaar na aanvang van hun studie probeerden te voltooien, weet denk ik niemand behalve zij zelf, maar ik weet zeker dat ze daar een hele goede reden voor hebben. 

In mijn ogen zijn studenten te veel bezig met studeren. Dat klinkt misschien krom, maar ik zal het uitleggen. Te veel studenten handelen alsof hun tijd in de collegebanken zoveel mogelijk beperkt moet blijven, alsof het een vereiste is om na vier jaar studie te starten met het werkende leven. Op hun 22e lekker bij een of andere bank aan de slag, beginnen aan het ‘echte’ leven, geld verdienen in plaats van uitgeven. Een dergelijke houding is voor mij een raadsel. Denken zulke studenten dat ze uitgeleerd zijn? Is het de angst voor langstuderen en een bijpassende hoge studieschuld?  Of voldoen ze het liefste aan de verwachtingen van de buitenwacht, beschouwen ze het als een leerprestatie om hun studieprogramma zo snel mogelijk af te ronden en achten ze zichzelf gezegend dat ze van hun 22e tot hun 72e deel mogen uitmaken van de werkende burgerij? 

Misschien wel. De attitude die hieraan ten grondslag ligt, is de opvatting van een studie als opleiding: het doel van een studie is om uiteindelijk een goede baan op de arbeidsmarkt te veroveren. Niets meer, niets minder. Heerlijk praktisch eigenlijk. Is dan het enige verschil met een hbo-opleiding dat je met WO meer kan verdienen en hogerop kan komen?

Ik wil graag een pleidooi houden voor de studenten die wel het onderscheid kunnen maken tussen hogeschool en universiteit. Boom, said it. Een ode aan hen die snappen dat de belangrijkste ontwikkeling van je studententijd niet plaatsvindt binnen de muren van de collegezaal. Is je kennis over de solvabiliteitsratio of de bèta van een aandeel dat wat je uiteindelijk doet groeien als persoon? Tuurlijk niet. Het gaat om de commissies en verenigingen waar je actief bent, de bestuursjaren die je doet, de ervaringen die je omarmt, de mensen die je ontmoet en de boeken die je tot je neemt.  Daarin schuilt de echte ontwikkeling. Wanneer je het goed doet, hoeft de tijd nemen met je studie niet gelijk te staan aan stilstand. 

Dubbelstudenten, wees gewaarschuwd. Ook ons is een dergelijke houding niet vreemd: er staat dan wel zes jaar voor dat programma, maar tegelijkertijd worden mensen die er daadwerkelijk zes jaar over doen gekscherend ‘duplosauriërs’ genoemd. Absurd. We zouden ze op een schild moeten heffen en hen alle lof toezingen.

Laat de maatschappij toch lullen. Vergeet het lonkende loon en, niet in de laatste plaats, je vader die blijft zeiken wanneer je je studie nu eens afrondt. Het is die drang naar de arbeidsmarkt en de druk om je studie(s) binnen vijf jaar af te ronden die resulteren in middelmatige dubbelstudenten. En die studieschuld? Die betaalt zichzelf later wel terug. 

Sluiten