De week van, Iris van der Heijdt

Maandag

De maandag begint voor mij klassiek met een treinritje vanaf het mooie zuiden. Vandaag heb ik ruim de tijd, want ik hoef pas ’s avonds op de uni te zijn voor het tentamen Staatsrecht. Ik mag dan wel vierdejaars zijn, maar voordat het rechten-papiertje binnen is, heb ik nog wel een weg te gaan. Het is maar goed ook dat ik de tijd heb: net als ik mijn tanden sta te poetsen, vertelt het nieuws op de radio me dat er een grote storing is bij Breda. Met anderhalf uur vertraging beland ik uiteindelijk wel in mijn woonkamer in Rotterdam, met voor mijn neus wetboeken, een jurisprudentiebundel en een hele hoop schematische kunstwerken: ik ben zo’n creatieveling die een vak uittekent in plaats van een samenvatting typt. Na een productieve middag fiets ik naar de universiteit voor een diner bij de Satébar en daarna wacht toch echt het Staatsrecht-tentamen op me. Naderhand drink ik in de Smitse met een paar medestanders nog een drankje (ja, écht maar één) en daarna ga ik met Justus mee naar huis, maar niet voor we een tussenstop bij de HAS hebben gemaakt: de trek is aanwezig na een tentamen van drie uur.

Dinsdag

De wekker om zeven uur zint me niet zo. Ik ben al geen ochtendmens, maar de ochtend na een tentamen wil ik eigenlijk gewoon uitslapen. Ware het niet dat ik sinds de zomer werkzaam ben bij onze rechtenfaculteit op de Development-afdeling. Om 09:00 uur stipt ben ik op kantoor en heb ik een productieve werkdag, die voor mij maar tot 15:00 uur duurt. Op dit tijdstip verplaats ik me naar een drie uur durend college van het majorvak Introduction to Industrial Dynamics and Strategy. Een mond vol, net als onze docent vandaag: hij blijft maar doorpraten over entrepreneurial financing, venture capital en crowdfunding. Afijn, om 17:45 uur ben ik er klaar mee en na een gezellig gesprek met Yashvir, die ik op de gang tegen het lijf loop, fiets ik naar huis. Geen zin om te koken: dat wordt een bakje Indonesisch van de Indo in mijn straat (maar hé, er zitten wel veel groenten in!). ’s Avonds werk ik nog aan een assignment voor mijn major en nog voor middernacht zoek ik mijn bedje op.

Woensdag

Woensdag heeft meestal eenzelfde soort structuur als de dinsdag: zes uurtjes werken en dan college. Het werken is vandaag enigszins druk: er is een hoop te doen. Na een werkdag waarop ik volgens mij meer geproduceerd heb dan ooit, heb ik mijn wekelijkse wandeltje naar de andere kant van de campus voor een college Small Business Economics, een ander majorvak. Hier gaat het college over de lending market onder entrepreneurs en doe ik mijn uiterste best deze twee uur op te letten. Hierna pik ik Justus op uit de Sanders Library en gaan we samen naar mij, waar we snel weer vertrekken om een hapje te gaan eten. Je moet wat hè, als je vriendje op Valentijnsdag een tussentoets Toegepaste Micro-economie heeft… Deze avond eten we wel samen bij een chique Italiaan, en ik raad echt iedereen aan de dag voor Valentijn uit eten te gaan: vijftig procent korting op al het eten is best wel welkom in het studentenleven. Na het eten gaan we naar huis en kijken we nog even het First Dates Hotel terug voor we gaan slapen.

Donderdag

Als ik wakker word, zijn de gordijnen al open en zit Justus al gedoucht en aangekleed achter zijn bureau: oeps, ik heb me een beetje verslapen. Gelukkig heb ik pas ’s middags op de universiteit afgesproken met Joep om aan onze assignment van Impact Evaluation, mijn derde majorvak, te werken. Ik pak ook even een douche en haal een ontbijtje voor ons, want zo lief ben ik, en na het doen van wat voorwerk voor de assignment vertrek ik naar de campus. Joep en ik werken hard in STATA en voelen ons zowaar echte nerds als een van onze modellen nog blijkt te werken ook. Na de meeting besluit ik even op de In Duplo-kamer langs te gaan. Na een gezellige middag fiets ik aan het begin van de avond naar huis en komt Noa langs, om samen even te chillen en daarna naar het In Duplo-feest te gaan. Samen met Paulien kijken we een paar uurtjes tv en daarna nemen Noa en ik de metro naar het Stadhuisplein, om vervolgens in Beurs een bandje met daarop de tekst “al verliefd” om onze pols te hangen (beetje saai, we know, maar wel de waarheid) tijdens het In Duplo Valentijnsfeest. Het feest is erg gezellig: complimenten voor de AC! Na een gezellige avond lig ik moe en voldaan in bed.

Vrijdag

De laatste werkdag van de week, en die is welkom: na vorig weekend voor Staatsrecht te hebben geblokt, heb ik niet echt het gevoel alsof ik weekend heb gehad. Helaas zit er eerst nog een dag op de uni aan te komen, waarbij de dag wel gebroken wordt door een gezellige lunch met Yasmine, waar we weer eens bijkletsen en elkaar weer van alle koetjes en kalfjes op de hoogte brengen. Als de uni-afspraken erop zitten, vertrek ik naar huis om mijn rolkoffertje weer in te pakken en weer naar het zuiden te vertrekken. Een openbaar vervoer-ritje van anderhalf uur verder eet ik gezellig samen met mijn moeder en zusje en ’s avonds ga ik naar de rehearsal van mijn koor. Voor wie het nog niet weet: ik zit in een showkoor, waarmee we regelmatig voor grote gezelschappen optreden. Ik vind het een fijne hobby om even los te gaan na de hele week en het is ook ideaal om iedere week mijn vrienden weer eens te zien. Het eerste uur worden er nummers geoefend voor de nieuwe show in november en het tweede uur wordt er ook intensief gedanst om de liedjes te oefenen waarmee we over twee maanden weer een optreden hebben in een wat kleinere schouwburg. Eenmaal weer thuis ben ik best wel moe, maar wel voldaan.

Zaterdag

Gisteravond besloot ik de wekker voor vandaag op 10 uur te zetten, en daar ben ik mezelf dankbaar voor: ik heb als een blok geslapen. Eerst een ontbijtje samen met mijn vader, die ook uitgeslapen heeft, en na een verfrissende douche kruip ik weer achter mijn laptop. Ik werk stukken van twee major-assignments uit en schrijf nog een artikel voor mijn werk wat morgenochtend online moet op Facebook (volg allemaal Erasmus School of Law op social media!). Daarna kook ik, omdat mijn moeder een dagje weg is met haar oud-collega’s, samen met mijn vader bobotie, die tot onze verbazing verdomd goed lukt. ’s Avonds viert mijn opa zijn verjaardag: hij was jarig op Valentijnsdag en is 76 geworden. Tijdens het feest worden me, zoals gebruikelijk, door bijna alle gasten de volgende, soms alternatieve, soms cumulatieve, vragen gesteld:

  1. Hoe het met de studie gaat (standaardantwoord: “jahoor, z’n gangetje”);
  2. Of ik al een leuke vent aan de haak geslagen heb daar in Rotterdam (ondertussen: ja. Hiervoor was het altijd “nee”, dus dit antwoord maakte indruk);
  3. De classic: of ik nog gegroeid ben (al een aantal jaar niet meer, maar het is oké).

Het is een gezellige avond en opa en oma hebben het erg naar hun zin. Er wordt zelfs nog met mijn In Duplo-almanak van vorig jaar gepronkt: eens een marketingmeisje, altijd een marketingmeisje. Na de laatste afwas, die we niet voor oma willen laten staan, is het wel weer tijd om naar huis te gaan.

Zondag

Ook deze ochtend besluit ik ietwat uit te slapen, want dat voelt even nodig. Eenmaal wakker eet ik alleen een ontbijtje, want de rest heeft al ontbeten, en kruip ik wederom achter mijn laptop. Ik krijg best een hoop gedaan en besluit daarna iets te doen wat mijn ouders en zusje erg leuk vinden: het dochtertje van vrienden van mijn ouders is 6 jaar geworden en viert haar verjaardag, en in het kader van “in Brabant ga je nog naar de verjaardag van de goudvis van de buurvrouw van de bakker op de hoek” ga ik voor de verandering eens mee. Het is best grappig met al die kleine kids en er is ook een baby die op een of andere manier alleen stil lijkt te worden in mijn armen buiten die van zijn moeder, dus ik vermaak me prima. Na het eten vertrekken we naar huis en doe ik nog wat uni-dingen, kijk ik Wie is de mol? terug en pak ik mijn koffertje in, klaar voor de reis terug naar onze mooie rotstad morgenochtend.

Sluiten