Verschillen op de werkvloer, een eigen idee.

Afgelopen week zat ik in een net iets te warme metro, toen ik mij besefte dat ik mij – als ik mij door de universiteit heen gezwoegd had- bij een workforce zou voegen waar ik mijzelf niet meer onder leeftijdsgenoten zou bevinden, maar in een grote salad bowl van allerlei verschillende sub-culturen. Het praten over verschillen op de werkvloer gaat vaak gepaard met het stilstaan bij de leeftijdsverschillen die generaties, en zo sub-culturen, met zich mee brengen.

Deze verwondering herinnerde mij aan een artikel over de verassende vragen die werkgevers krijgen in sollicatiegesprekken met  jonge sollicitanten. Deze vragen waren veelal gefocust op een gemakkelijkere, gezelligere werksfeer of op de persoonlijke ontwikkeling van de sollicitant. De auteur van het artikel, zelf waarschijnlijk al boven gemiddelde leeftijd, noemde het rekruteren van de millennials/Gen-Yers een ware opgave waar de werkgever het onverwachte moest verwachten. Dit verklaarde de auteur door te stellen dat de jongere sollicitanten een baan zouden zoeken die goed aansluit bij hun ‘lifestyle’ en dat de sollicitanten zo traditionele normen zouden overschrijden (Spiegel 2010). Maar hoe, en überhaupt of, is deze verandering terug te zien in het Nederlandse onderwijs, en vallen de verschillen ook te verklaren aan de hand van het onderwijs?

Ik vroeg mij af of de focusverandering naar persoonlijke ontwikkeling terug te zien was in de strategieën van het hogere onderwijs. Echter, ik kan niet vanuit mijn eigen ervaringen praten als ik het onderwijs op andere universiteiten of hogescholen zou bekijken, daarom blijft het voor dit artikel bij de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het kenmerkende profiel en de focus van de instelling zouden de reden zijn voor het grote aantal gedreven, ambitieuze studenten. De strategie om deze wetenschappers en studenten te ondersteunen in hun persoonlijke ontwikkeling komt terug in een oudere strategie en in de recent gepubliceerde ‘Strategy 2024’. Dit zou betekenen dat het onderwijs in zijn strategie, betreffende persoonlijke ontwikkeling, niet of nauwelijks veranderd zou zijn.

Zou het verschil dan te verklaren zijn aan de hand van de grote zelfstandigheid die de student wordt geboden? Heeft het te maken met de verschillen in opvoeding van de generaties? Heeft het te maken met de sociale media die het individualisme bevordert? Is het een wisselwerking die simpelweg niet alleen maar in het onderwijs terug valt te vinden? Is het te wijten aan de kenmerken van een generatie? Ik kan mij niet voordoen als iemand die betoogt alwetend te zijn, maar ik kan wel proberen mijn ervaringen en ideeën te presenteren.

Ik stel werktevredenheid boven functie. Ik stel een gezellige werksfeer boven salaris. Ik stel duurzaamheid boven omzet. Ik waardeer innovatieve ideeën en ik kan niet begrijpen hoe de homo economicus nog zo dominant is in onze waardige economie. Misschien kan men zo stellen dat ik handelen naar mijn eigen principes en overtuigingen belangrijker vind dan het handelen naar een objectief organisatiedoel. Ik kan ook stellen dat deze principes en overtuigingen gevormd zijn naar mijn omgeving en mijn interesses, maar ik kan ook stellen dat mijn opleiding een cruciale rol hierin speelt.  

Uiteindelijk kan ik, vanuit mijn eigen ervaringen, zeker niet bepalen of de  verschillen van generaties op de werkvloer veroorzaakt worden door veranderingen in het Nederlandse onderwijs. Wel kan ik stellen dat elke generatie gekenmerkt wordt door de tijd waarin het opgroeit en zo andere algemene principes en overtuigingen heeft. In essentie kan ik slechts mijn eigen principes en opvattingen bekijken en zien hoe deze in het huidige onderwijsstelsel passen. Maar, eerlijk, dat zijn slechts mijn ervaringen.

 

 

Referenties

Spiegel, Diane (2010). ‘7 Questions You Wouldn’t Expect During a Millennial Interview’. Geraadpleegd op 6 november 2018 via https://www.ere.net/7-questions-you-wouldnt-expect-during-a-millennial-interview/

Sluiten