Congres: interview met Reinout Kok

Op 18 mei 2017 zal het In Discussio-congres plaatsvinden met als thema “Deal or no Deal: Overheid vs. Multinational”. Een van de sprekers op het congres is professor Reinout Kok. De heer Kok is hoogleraar Belastingheffing van multinationale ondernemingen in een globaliserende wereld aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Daarnaast is hij partner bij EY International Tax Services. Tijdens het congres zal hij vanuit zijn juridische achtergrond een kader rondom het thema schetsen.

De heer Kok heeft Bedrijfseconomie, Fiscaal Recht en Nederlands Recht gestudeerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Op het moment dat hij studeerde bestond het mr.drs.-programma in de huidige vorm nog niet, de heer Kok geeft dan ook aan dat je als student veel meer zelf moest uitzoeken en meer moest puzzelen met vakken, wat soms resulteerde in lange dagen met colleges. Bij zijn studiekeuze wilde hij eerst gaan voor de studie Econometrie, maar dat was volgens hem relatief gezien te wiskundig, daarom besloot hij Bedrijfseconomie te gaan studeren. Het leek hem vervolgens erg leuk om er Fiscaal Recht bij te doen, maar daarbij ontbrak het civiel effect. Om naast Fiscaal Recht ook nog Nederlands Recht te studeren was slechts ene kleine stap, dus besloot hij ook Nederlands Recht te volgen.

Volgens professor Kok is een voordeel van het volgen van twee studies dat je brede kennis hebt over bepaalde zaken en je twee manieren van denken beheerst. Voor een econoom is het bijvoorbeeld nuttig om juridische kennis te hebben bij M&A. In de praktijk huurt een bedrijf weliswaar advocaten in, maar het is dan ook handig als je een juridische achtergrond hebt, zodat je dan weet hoe anderen denken. Iets weten waar je misschien niet meteen een aanwijsbaar voordeel van hebt is dan ook nooit weg, stelt de heer Kok. Bij een paar vraagstukken, zoals bij rulings, is het in de standaardsituaties niet essentieel of je econoom bent of jurist, pas wanneer er nieuwe dingen voorkomen bij rulings dan is het misschien wel belangrijker.

Als advies zou de heer Kok mee willen geven dat studenten de studie serieus moeten nemen. Bij het solliciteren voor een bedrijf kun je dan namelijk een goede cijferlijst zien een aantonen dat je enthousiast bent en begrepen hebt waar het om ging. In de fiscale praktijk is het daarnaast handig om voldoende te weten; het is bijvoorbeeld niet erg professioneel als je tegenover een klant zit en je aan moet geven dat je van alles even op moet zoeken. Natuurlijk is veertien uur per dag studeren ook niet nodig: doe ook leuke dingen naast de studie, vertelt de heer Kok.

Na zijn studies is de heer Kok in 1999 gaan werken bij EY in Rotterdam, het bedrijf waar hij inmiddels achttien jaar werkzaam is. Bij EY heeft hij allereerst tien jaar in Rotterdam gewerkt, vervolgens is hij tweeënhalf jaar naar Londen gegaan om bij de Dutch desk van EY te gaan werken. In september 2012 besloot hij terug te gaan naar Amsterdam om bij International tax services te gaan werken. In 2016 is hij teruggegaan naar het kantoor van Rotterdam. Bij EY is de heer Kok begonnen in de algemene praktijk, waarbij hij wel te maken had met mensen uit de Quote 500. Omdat hij vennootschapsbelasting steeds leuker ging vinden, besloot hij steeds meer zich daarop te focussen. Uiteindelijk is Reinout Kok in de internationale praktijk terechtgekomen, waarbij hij adviseert en voor buitenlandse multinationals werkt. Daarbij heeft hij eigen klanten en schrijft hij opinies, dit zijn stukken waarin je een bepaalde specifieke vraag beantwoordt als een soort advies.  

Naast zijn werk als partner bij EY, is de heer Kok na het schrijven van zijn proefschrift in 2005 gaan werken bij de vakgroep Fiscaal Recht voor één dag in de week. Op dit moment werkt hij daar nog steeds. Het geven van hoorcolleges, het schrijven van artikelen en het doen van onderzoek

is volgens hem het leukst. Ook het begeleiden van een scriptie is iets wat hij erg leuk vindt om te doen, omdat hij er ook nog iets van kan opsteken. Het nakijken van tentamens is daarentegen een minder leuk puntje, maar moet natuurlijk wel gebeuren.

De combinatie van twee aspecten komt naast de studie bij Reinout Kok dus ook terug in zijn werkzaamheden. Het handige van het werken in de praktijk en het onderwijzen is dat er een kruisbestuiving plaatsvindt. Zo kan hij wat hij in de praktijk ziet, aandragen bij de colleges. Ook kan hij waar hij tijdens de colleges over nadenkt weer toepassen in de praktijk.

 

Tijdens het congres zal de heer Kok het onder andere gaan hebben over rulings. Hieronder dan ook een korte introductie over het onderwerp, aan de hand van twee inleidende vragen.

  • Wat gebeurt er juridisch gezien op het moment dat er een ruling plaatsvindt?

Aan een lokale belastinginspecteur kun je een vraag stellen, maar bepaalde dingen komen zo vaak voor of voor bepaalde dingen is eenheid van beleid zo belangrijk, dat ze bij het rulingteam in Rotterdam terechtkomen. Het gaat dan bijvoorbeeld over de deelnemingsvrijstelling of de buitenlandse belastingplicht. Een bedrijf kan zich afvragen of een bepaalde vennootschap of entiteit wel of niet wordt gezien door de Nederlandse (non-transparant vs. transparant); om duidelijkheid te krijgen, kan je tegen het rulingteam zeggen: dit zijn de wetgeving en statuten, wat vinden jullie?

  • Hoe zit het met de kaders van de wet?

Al die rulings vinden plaats binnen de kaders van de wet. De eerste vraag moet altijd zijn: hoe staat het nou in de wet? Als die goed wordt toegepast, kan het resultaat onredelijk zijn of gevonden worden, maar dan moeten de wet of verdragen aangepast worden. Bedrijven zitten helemaal niet te wachten op constructies die niet mogen, en de fiscale praktijk ook niet. Het gaat ook niet om een of ander slimmigheidje a la: “die komma staat verkeerd in de wet”. Daar richten bedrijven hun structuur niet op in; ze gebruiken concepten die vaak al decennia bestaan. Het is wel heel makkelijk gezegd dat het in strijd is met de bedoeling van de wetgever, maar dan had de wetgever al genoeg tijd gehad om dit aan te passen. Zo kan het zijn dat sommige dingen van buitenaf schandalig lijken, maar al lang bestaan en hier nooit iets aan is gedaan.

In Nederland wordt de innovatiebox bijvoorbeeld tegen 5% belast. De bedoeling van wetgever is om innovatie te stimuleren. Als land wil je iets doen om bedrijven naar je toe te trekken en zo is er een incentive van de wetgever geweest. Het is heel moeilijk om daarin te vinden wat het juiste is: wat je van buiten raar vindt wordt in stand gehouden door de gedachte dat je Nederland een goed vestigingsklimaat wilt laten hebben. Dit levert werkgelegenheid en andere activiteiten op.

Benieuwd geworden naar wat de heer Kok nog meer gaat vertellen op het congres? Schrijf je dan nu in via https://www.induplo.nl/formulieren/formulier-congres.

Sluiten