Geluk is een mythe

Deze hele week zijn we al bezig met de zoektocht naar geluk en aan mij de eer om deze af te sluiten. Nu wil ik niet overkomen als een harteloze realist, maar ik geloof niet in een zoektocht naar geluk, niet in geluksfactoren en niet in een magische formule. Iedereen geeft een andere definitie aan geluk; voor de een is het een reep chocola, voor de ander een biertje op het terras en weer een ander haalt zijn geluk uit het samenzijn met dierbaren. Hoe je het ook wendt of keert, dit geluk maak je zelf.
Ik vond een definitie van geluk die zegt: ‘Geluk kan worden omschreven als het tevreden zijn met de huidige levensomstandigheden. Hierbij kunnen er verschillende positieve emoties aanwezig zijn, zoals vreugde, vredigheid, ontspannenheid en vrolijkheid’.

Laten we aan de hand van deze definitie verder gaan. Zoals Ramon maandag al aanstipte tijdens zijn reis naar geluk en waar dieper op ingegaan werd tijdens het artikel van Wouter, is inkomen een belangrijke factor in het vinden van geluk. Welvarende westerse landen zouden volgens deze redenaties dan ook gelukkiger zijn, maar ik ben het hier niet mee eens. Zoals Joep ook al aangeeft lijkt geld niet gelijk te staan aan geluk.

Vorige zomer ben ik, na het afronden van mijn eindexamens, naar Cambodja geweest, een van de armste landen op onze aardbol. Na een jaar hard werken en sparen was het dan eindelijk zover en stapte ik met een super toffe groep in Brussel in het vliegtuig. Ik ben op reis geweest met de organisaties Be-More en Worldmapping die samen jongerenreizen organiseren waarbij je op verschillende locaties vrijwilligerswerk doet, gecombineerd met het ontdekken van het land. Voor mij was dit de eerste keer buiten Europa en ook nog mijn eerste reis alleen.

Gedurende de reis heb ik op verschillende projecten gewerkt. Zo zijn we de eerste dagen verbleven in een dorpje aan de rivier om te helpen met het kweken en planten van mangroves, heb ik een week Engels lesgegeven op een school en hebben we een dag meegelopen in een huis voor mensen met een geestelijke of lichamelijke beperking, maar het project dat me het meest bijgebleven is, is het bouwen van een huis. De hele reden dat ik voor Cambodja koos, was omdat ik het sociale aspect van deze projecten zo leuk vond, terwijl je in Afrika een beetje putten staat te graven. Niet zo goed wetend wat ik kon verwachten stapte ik dan ook in de bus op weg naar het dorpje. De gemeenschappen daar bestaan echt uit een mengelmoes van huizen. Ouders die het konden betalen om hun kinderen naar school te sturen wonen in een fatsoenlijk huis van steen, met een tegelvloer, waterdicht dak en verschillende faciliteiten. Dan krijg je de huizen op palen gemaakt van golfplaten en metaal, hierin woont het merendeel van de bevolking, en dan heb je nog het huisje dat wij voor onze neus kregen. In onze begrippen was het niet meer dan een boomhut. Een klein huisje op palen gemaakt van bamboe, stro en bladeren. En in dit huisje woonde een vrouwtje van 83 met haar volwassen dochter, haar man is ze verloren tijdens het bewind van de Rode Khmer.

Drie dagen zijn we aan het werk geweest. Het oude, compleet verrotte, huisje werd gelijk gemaakt met de grond en daarvoor in de plaats kreeg ze een huisje op palen gemaakt van metalen en golfplaten. In onze begrippen nog steeds niet meer dan een luxe boomhut. Er was geen toilet, geen douche, niets om te koken, geen bed. Maar het moment dat beide vrouwen hun nieuwe huisje zagen barsten ze allebei in tranen uit van geluk. En terwijl wij hier alles hebben wat ons hartje begeert, wensten ze ons voorspoed, gezondheid, liefde en geluk.

Dit is een van mijn ervaringen tijdens de reis, maar ik zou nog uren door kunnen gaan met vertellen. Ik heb tijdens mijn tijd daar zoveel mensen gezien en gesproken die ongelofelijk veel hebben meegemaakt en haast niets bezitten, maar toch dankbaar zijn voor alles wat het leven ze brengt. Om even terug te kijken naar de definitie van geluk, de mensen daar zijn tevreden met alles wat ze hebben, ook al is het bijna niets. Voor mij persoonlijk een enorm realisatiemoment.

Men zegt dat geluk zit in de kleine dingen. En als je het mij vraagt zijn heel veel mensen deze kleine dingen uit het oog verloren. We leven in een materialistische wereld, willen steeds maar meer. ‘Als ik dit gekocht heb, zal ik gelukkig zijn’, ‘als ik dat bereikt heb, dan..’. We lopen met zijn allen achter ons eigen geluk aan en zijn niet, komt ‘ie weer, tevreden met dat wat we wel hebben. Geluk wordt als een oase, je ziet het in de verte, maar zodra je dichterbij komt, lijkt het te verdwijnen als sneeuw voor de zon.  
Steeds meer Nederlanders geven de laatste jaren dan ook aan zich depressief, ongelukkig, te voelen. Volgens psychiater Bram Bakker komt dit, omdat we steeds meer met ons hoofd zijn gaan werken. Vroeger waren er meer fysieke beroepen en daardoor ontstonden er minder psychiatrische klachten. Dit verklaart ook waarom er in bijvoorbeeld Afrika veel minder sprake is van depressie.
Depressiviteit is de tegenhanger van geluk. Kan het dan niet zo zijn dat we met zijn allen steeds iets ongelukkiger worden, omdat het geluk steeds ongrijpbaarder wordt? Omdat de lat te hoog ligt, we te veel willen, te veel eisen, te veel moeten, omdat we door het leven rennen en geen tijd nemen om stil te staan voor al het moois onderweg. Geluk is een welvaartsziekte, een fabel en een mythe. Geluk is als het beloofde land. Niemand weet de weg, totdat je je beseft dat je er al bent.
Geluk maak je zelf. Ben tevreden, geniet van alles wat het leven je te bieden heeft, denk positieve gedachten, lach en stop bovenal met zoeken. Geluk is vaak dichterbij dan je denkt.

‘You’re only here for a short visit. Don’t hurry, don’t worry. And be sure to smell the flowers along the way.’

Sluiten