Alles wat je wilt weten over het nieuwe vak Rechtseconomie: een interview met Louis Visscher en Ann-Sophie Vandenberghe

Met ingang van het huidige collegejaar biedt Erasmus School of Law, mede als gevolg van een initiatief van In Duplo hieromtrent, mr.drs.-studenten de gelegenheid om het nieuwe vak Rechtseconomie voor mr.drs.-studenten te volgen. Het vakgebied van de rechtseconomie is voor mr.drs.-studenten uitermate interessant, omdat beide studies hier daadwerkelijk geïntegreerd worden, zodat beide studies hier echt vervlochten worden. In dit interview worden vragen omtrent dit nieuwe (facultatieve) vak beantwoord door Louis Visscher en Ann-Sophie Vandenberghe. Ben je enthousiast geworden na dit interview? Vergeet je dan niet in te schrijven via de mr.drs.-channel op sin-online!

Wat is precies de reden geweest om dit vak te introduceren?

In de loop van vorig collegejaar heeft het bestuur van In Duplo aan ESL gevraagd of het mogelijk zou zijn een vak rechtseconomie voor mr.drs.-studenten te ontwikkelen, omdat er vanuit de mr.drs.-populatie interesse in dit vakgebied werd aangegeven. Ook bij het Rotterdam Institute of Law and Economics (RILE), dus de sectie rechtseconomie van ESL, bestond al langer de wens om mr.drs.-studenten kennis te kunnen laten maken met de rechtseconomie. In de gastcolleges die RILE bij ESL verzorgt, bleken de deelnemende mr.drs.-studenten namelijk altijd erg geïnteresseerd in de rechtseconomie. Ook volgen jaarlijks enkele mr.drs.-studenten de European Master in Law and Economics (EMLE) en sommigen schrijven daarna zelfs een proefschrift in het European Doctorate in Law and Economics (EDLE). Het werd als een gemis ervaren dat er op bachelorniveau geen vak rechtseconomie bestaat dat mr.drs.-studenten kunnen volgen. Het initiatief van In Duplo viel dus in goede aarde, bij RILE en bij ESL. Vandaar dat met ingang van dit jaar dit vak kan worden aangeboden!

Blijft dit vak facultatief, of zijn er voornemens om het vak in de toekomst verplicht te stellen voor mr.drs. -studenten. Verwacht u dat dit op termijn zal gebeuren?

In het huidige bachelorcurriculum van ESL is geen ruimte voor een verplicht vak rechtseconomie. Zolang er geen wijzigingen in dat curriculum worden doorgevoerd, blijft het dus een facultatief vak. Om het een verplicht vak voor mr.drs.-studenten te maken, zou een ander vak uit het curriculum moeten verdwijnen, of zou er een keuzeoptie moeten worden geïntroduceerd, waarbij mr.drs.-studenten dan voor rechtseconomie kiezen. Daar zijn op dit moment nog geen concrete plannen voor, maar de opties zijn in algemene termen wel aan de orde gekomen. Vooralsnog zal het vak rechtseconomie gedurende drie collegejaren op facultatieve basis worden aangeboden en daarna zal worden bekeken hoe het vak in de toekomst zal worden vormgegeven.

Is de opzet van het vak vergelijkbaar met dat van de andere rechtenvakken die de mr.drs. -studenten in deeltijd volgen? Moeten de studenten bijvoorbeeld wekelijks practica maken op LawWeb?

Het vak bestaat, in elk geval dit eerste jaar, uit acht hoorcolleges van twee uur elk. Er zijn plannen om de studenten een of enkele opdrachten te laten inleveren die vakinhoudelijk van aard zijn, maar hier is nog geen definitief besluit over genomen. De wekelijkse practica die bij andere vakken op LawWeb moeten worden gemaakt, zijn onderdeel van het Vaardighedenonderwijs van ESL. Aangezien Rechtseconomie een facultatief vak is, kan het geen onderdeel uitmaken van het Vaardighedenonderwijs en zijn er dus niet van die wekelijkse practica die andere vakken wel hebben.

Is het vak voornamelijk theoretisch? Of wordt het meer op een praktische manier benaderd?

Het vak is voornamelijk theoretisch, maar op basis van de theoretische inzichten zullen wel beleidsaanbevelingen worden gedaan. Ook zal de literatuur, die deels van Amerikaanse oorsprong is, worden gecombineerd met literatuur die o.a. door de docenten van het vak zelf geschreven is, om zo de inzichten toe te passen op de Nederlandse en Europese situatie. Zo zal bijvoorbeeld de Nederlandse wijze van het vaststellen van smartengeld bij letselschade kritisch worden besproken vanuit rechtseconomische optiek, en zal het wetsvoorstel over de collectieve schadevergoedingsactie dat in november 2016 bij de Tweede Kamer is ingediend, rechtseconomisch geëvalueerd worden. In die zin heeft het vak dus ook zeker een praktische insteek, omdat het de studenten in staat stelt het Nederlandse recht, dat ze in hun rechtenstudie bestuderen, rechtseconomisch te beoordelen.

Welke docent(en) zal(zullen) de hoorcolleges geven?

Het vak zal worden gegeven door Louis Visscher (drie colleges), Ann-Sophie Vandenberghe (drie colleges), Michael Faure (één college) en Roger Van den Bergh (één college). Elke docent geeft college over onderwerpen waarin zij/hij gespecialiseerd is, zodat de studenten zo goed mogelijke colleges krijgen en ook bij de colleges in gesprek/discussie kunnen gaan met de docent.

Er zijn geen gastcolleges door praktijkmensen ingepland, met name omdat we de studenten niet met teveel contacturen wilden confronteren. Mocht uit de evaluatie blijken dat dit als een gemis wordt ervaren, dan kunnen we volgend jaar kijken of we, naast de acht hoorcolleges, ook nog gastcolleges organiseren.

Is er een reden waarom is gekozen om de hoorcolleges niet op te nemen?

Het vak Rechtseconomie voor mr.drs-studenten is ontwikkeld omdat er bij de mr.drs.-studenten interesse voor en behoefte aan dit vak bleek te bestaan. ESL maakt het mogelijk dat RILE dit vak verzorgt. Het is een facultatief vak, dus alleen studenten die in het vak geïnteresseerd zijn, zullen het volgen. Wij gaan er van uit dat zulke geïnteresseerde en gemotiveerde studenten het vak ook daadwerkelijk ‘live’ willen volgen. Het is niet wenselijk dat een vak dat speciaal voor de betreffende groep studenten wordt opgezet, alleen via video gevolgd zou worden, omdat het dan de vraag is waarom er überhaupt een apart vak wordt verzorgd. Om enerzijds dit probleem te vermijden, maar anderzijds studenten niet verplichten aanwezig te zijn, is er voor gekozen om de colleges niet op te nemen, maar ook geen aanwezigheidsplicht in te voeren.

Kunt u een concreet voorbeeld geven van een typische Rechtseconomische casus of een typisch Rechtseconomisch onderzoek?

De rechtseconomie analyseert de te verwachten effecten van rechtsregels, gebruikmakend van economische inzichten, theorieën en technieken. Door uit te gaan van de rationeel handelende mens (waarbij al dan niet complicaties die in de gedragseconomie worden benoemd in de analyse kunnen worden geïncorporeerd), kunnen voorspellingen worden gedaan over hoe rechtssubjecten op rechtsregels zullen reageren. Dit is belangrijk bij het uitvaardigen van rechtsregels waarmee bepaalde doelen worden nagestreefd. Huurprijsreglementering van woonruimte bijvoorbeeld is bedoeld om mensen met lage inkomens te beschermen en ervoor te zorgen dat woonruimte betaalbaar blijft. Maar voor aanbieders van woonruimte wordt het door deze reglementering minder aantrekkelijk om zulke woonruimte aan te bieden. Het gevolg is dat er te weinig woonruimte beschikbaar komt voor deze doelgroep, met lange wachtlijsten als gevolg. Zittende huurders worden beschermd ten koste van nieuwe huurders en zullen niet snel de neiging hebben om naar andere, duurdere woonruimte te verhuizen. Het is dus maar de vraag of de oorspronkelijke doelgroep wel echt door deze regulering beschermd wordt. Een tweede voorbeeld betreft de vraag wat het doel van het aansprakelijkheidsrecht is. Veel juristen zullen zeggen dat het hier om 'compensatie' gaat, dus de gelaedeerde terugbrengen in de situatie die hij zonder de onrechtmatige daad van de laedens zou hebben bereikt. Maar als dat zo is, waarom doen we dat dan niet via verzekeringen? Dat gaat veel sneller en goedkoper. Sterker nog, een groot deel van de schade is al gedekt via verzekeringen (zorgverzekering voor de medische kosten; sociale zekerheid voor inkomensschade; diverse schadeverzekeringen voor zaakschade). En waarom wordt er in het aansprakelijkheidsrecht zoveel aandacht besteed aan de vraag of de laedens onrechtmatig heeft gehandeld? Dat is voor compensatie van de gelaedeerde irrelevant. Zo bezien lijkt het in het aansprakelijkheidsrecht veel meer te gaan om het geven van wenselijke gedragsprikkels aan partijen (om zorgvuldiger te zijn, de activiteit minder vaak uit te oefenen, et cetera). Compensatie is dan dus veel meer een middel dan een doel. Vanuit dat perspectief kan het aansprakelijkheidsrecht worden geanalyseerd, waarbij de keuze tussen schuld- en risico in een nieuw daglicht komt te staan, maar ook  causaliteit en schadevergoeding vanuit hun mogelijke preventieve werking kunnen worden onderzocht. Het beroemde Kelderluikarrest blijkt zelfs een impliciete economische rationale te hebben die perfect in het preventie-denken past!

Hoe is rechtseconomie eigenlijk terug te zien in de praktijk? Bijvoorbeeld in de rechtspraak of bij bedrijven?

Rechtseconomie probeert beleidsaanbevelingen te geven op basis van een gedegen analyse. Hier kunnen bijvoorbeeld wetgevers en rechters gebruik van maken, doordat de rechtseconomie inzichten geeft over de mogelijke/waarschijnlijke effecten van rechtsregels, maar rechtseconomie wordt ook toegepast in denktanks, onderzoeksinstellingen, consultancy, en internationale advocatenkantoren.. Bij het ene rechtsgebied is de praktische invloed wat groter dan in het andere rechtsgebied. In het mededingingsrecht zijn (rechts)economische inzichten bijvoorbeeld essentieel bij bijvoorbeeld het afbakenen van de relevante markt en het vaststellen van een eventuele economische machtspositie. In andere rechtsgebieden worden regels en uitspraken niet expliciet gebaseerd op (rechts)economische inzichten, maar is de rechtseconomie wel in staat om de impliciete economische rationale achter een regel te achterhalen, of juist aan te geven dat de regel onwenselijke effecten zal hebben.

In de informatiemail komt vooral naar voren dat binnen het vak het recht vanuit een economisch perspectief wordt bestudeerd. Wordt ook het omgekeerde gedaan? Dus wordt de economie ook vanuit juridisch perspectief bestudeerd?

In het vak waar we het nu over hebben, zal een inleiding worden gegeven in de rechtseconomie, dus de economische analyse van het recht. Er wordt dus niet of nauwelijks aandacht besteed aan de 'omgekeerde benadering’, maar in het grotere vakgebied van de rechtseconomie is daar wel degelijk aandacht voor. Zo blijken allerlei instituties, waaronder een onafhankelijke rechterlijke macht, private eigendomsrechten en een juridisch handhavingsmechanisme voor deze rechten, van essentiële invloed te zijn op de economische ontwikkeling van een land. Dat is een onderwerp dat bijvoorbeeld in het EMLE-programma meer aan bod komt, met name in de partneruniversiteiten uit India en Polen (twee landen waarin het onderwerp development economics en transition economies vanzelfsprekend zeer belangrijk is).

In de informatiemail schreef u dat binnen het vak Rechtseconomie menselijk keuzegedrag economisch wordt bestudeerd. Waarin verschilt deze bestudering van die bij Inleiding gedragseconomie?

In de rechtseconomie is en rationele keuzetheorie de dominante benadering waarmee menselijk gedrag wordt bestudeerd, maar de gedragseconomie wordt in een aantal rechtsgebieden steeds belangrijker. In de stroming van de behavioural law and economics spelen de diverse biases en heuristics zelfs een centrale rol bij de economische analyse van het recht. Zo kunnen inzichten betreffende bijvoorbeeld overoptimism en framing een grote invloed hebben op de vraag of een geschil in een schikking kan worden beslecht of dat partijen het op een rechtszaak laten aankomen. Immers, als beide partijen te optimistisch zijn over hun kans op succes, zijn ze wellicht niet bereid het schikkingsaanbod van de tegenpartij te aanvaarden. En als een advocaat een schikking voorstelt als winst ten opzichte van een mogelijk slechtere uitkomst in een proces, dan zullen cliënten eerder geneigd zijn het bod te accepteren dan wanneer de advocaat het voorstelt als verlies ten opzichte van een mogelijk betere uitkomt in een proces. En zo zijn er nog veel meer gedragseconomische inzichten die in de rechtseconomie een rol spelen. Diverse hiervan zullen in het vak aan de orde komen. Maar ook de rationele keuzetheorie is hierbij van belang. Zo blijkt uit empirisch onderzoek dat de hoeveelheid tijd die een advocaat in een zaak steekt, alsmede het advies dat hij zijn cliënt geeft over al dan niet te gaan procederen, beïnvloed wordt door de beloningsstructuur: uurtarief of no cure no pay. Dit is goed te verklaren uit de rationele keuzetheorie, maar staat op gespannen voet met het uitgangspunt dat advocaten zich alleen door het belang van de cliënt en niet door enig eigen belang moeten laten leiden. Ook hier kan een goedbedoelde norm dus best andere effecten hebben dan beoogd!

Sluiten