Studentenleven |Het doorschrijfverhaal|

TRÉÉÉÉNG TRÉÉÉÉÉNG. Voor de zoveelste keer mep ik op de snooze button van mijn wekker en draai ik me om. Mijn hoofd bonkt alsof een leger bouwvakkers bezig is mijn schedel te verbouwen met een drilboor. Naast mijn bed staat een aardig gevulde emmer, misschien had ik die kapsalon met extra kaas niet moeten halen. Dat is echter voor latere zorg. Ik steek een been over de rand van mijn bed. Lid zijn is GEWELDIG, maar als ik het nog wil halen moet ik nu in actie komen. Na drie stappen kom ik tot de conclusie dat ik waarschijnlijk nog steeds dronken ben, ik wankel op mn benen en de muur beweegt van links naar rechts. Ik neem twee paracetamolletjes, vis een broek en shirt van de grond, raap m’n tas bij elkaar en strompel de trap af. Tijd voor een katerontbijtje.

Nog steeds staar ik naar mijn kledingkast. Blouse of trui, jeans of rokje? Het gezicht zit er wel al op. Laagje plamuur, wenkies in model, wimpers gekruld, alles erop en eraan. Lurkend aan een of andere gifgroene-detox-fitgirl-shake stop ik de benodigdheden voor de dag in mijn tas. PFFFFH, ik plof op mijn bed. Wat had ik de vorige keer aan dat ik hem zag? Was dat niet mijn rode jurkje? Uiteindelijk besluit ik te gaan voor casual, maar verleidelijk, mijn zwarte jeans en dat ene mooie kanten blouseje.
In de keuken kom ik mijn huisgenoot tegen, die er nog niet al te fris uitziet, en lurkt aan een grote kop koffie. Natuurlijk raken we aan de praat, geen enkel detail van de avond ervoor wordt overgeslagen. Wie is er met wie naar huis gegaan? Welke schandalige taferelen hebben zich afgespeeld? De tijd wordt volledig vergeten en voor ik het weet haast ik me naar m’n fiets. Ik wil geen rood hoofd hebben als ik aankom!

Om 07:00 uur stond ik naast mijn bed. De avond ervoor had ik mijn kleren al uitgezocht en mijn tas al gepakt. Een goede voorbereiding is het halve werk! Eerst wat water in mijn gezicht, daarna gel in mijn haar en nu neem ik tijdens het ontbijt nog een laatste keer mijn huiswerk door. Bammetjes smeren, wat lekkers mee, een kus aan mama en dan snel de deur uit. Uit voorzorg neem ik liever een aantal treinen eerder. Mijn ouders wonen in een dorp niet ver van Rotterdam, dus ik zie niet in waarom ik op kamers zou gaan. De treinreis geeft me de optie nog wat meer tijd aan mijn studie te besteden en er gaat niets boven de kookkunsten van mijn moeder of spelletjes spelen met mijn broertjes na het eten. Al die drukte van het studentenleven is niets voor mij.

Éen keer snoozen en dan moet ik van mezelf m’n bed uit. Genoeg te doen. Op de deur van het toilet kom ik het eerste memo briefje tegen ‘Toiletpapier kopen’, dat is gelukkig gister al gebeurd. Ik werk een kopje thee en een bak yoghurt met cruesli naar binnen terwijl ik de laatste stand van de aandelen bekijk. Ons dispuut doet het goed! Ik check mijn rooster, leeg m’n mailbox en haast me terug mijn kamer in. Ik schiet in een jeans en graai mijn lievelingstrui uit de kast, altijd goed. ‘Vanavond 20:00 wassen’, kleeft een briefje op de kastdeur. Met m’n tandenborstel in mijn mond, open ik mijn agenda. Vanmiddag commissie vergadering, ik moet mijn werkgroep voor morgen nog voorbereiden, morgenavond een feest waar nog het een en ander voor geregeld moet worden. Ik kleef een vers TO DO lijstje in mijn agenda om hem vervolgens in mijn rugzak te proppen. Ik spoel m’n mond, trek m’n All Stars aan, check nog een keer of ik écht alles heb en haast me dan de deur uit.

Sluiten