In Duplo'ers over de grens: Stage in het langste land ter wereld

Dagmar van Eijk
Wat ga je in je derde studiejaar doen? Ik vond dit een hele moeilijke keuze. Vanaf het eerste jaar wilde ik eigenlijk al naar het buitenland. Maar, nog voordat de inschrijvingen open gingen, waren mijn gedachten veranderd en wilde ik niet meer op exchange. Ik wilde erachter komen wat ik met deze studies in de praktijk kan doen en ging op zoek naar een stage. Ik kreeg deze stage in Chili bijna in mijn schoot geworpen en ik dacht: dit is een teken, ik moet gaan.

Zo zat ik een paar maanden later in het vliegtuig. 12.000 km verder kwam ik in het langste land ter wereld: Chili. Omdat het zo lang is vind je er alle soorten landschappen en klimaten. Van de hoogste woestijn van de wereld in het noorden tot het bijzondere Patagonia in het zuiden. Van de lange kustlijn, meren en hotsprings tot de metropolis Santiago. Santiago is de plek waar ik momenteel woon en ‘werk’ (op z’n Chileens ja). 

In Santiago wonen 6 van de 16 miljoen inwoners van Chili. Vergeleken met Rotterdam is alles hier groot en druk. Elke dag prop ik mezelf in de bus naar mijn stage. Je zal het niet geloven maar ik mis Connexxion, de NS en de RET echt met heel m’n hart. De bussen vallen bijna uit elkaar en overal staat file. Maar achja als ik te laat op m’n werk kom, is het niet raar dat ik alsnog de eerste ben. Alles gaat op z’n Zuid-Amerikaans: lekker rustig aan, geen stress en rond lunchtijd lig ik meestal al weer lekker in m’n tuin aan het zwembad!

Dit is echter niet vanzelfsprekend voor alle Chilenen, want de inkomensverschillen zijn enorm. De mensen zijn of arm of rijk. Meer dan de helft van de Chilenen verdient niet meer dan onze studiefinanciering. Zij moeten hiervan hun huis betalen, boodschappen doen en de school van hun kinderen betalen. Particuliere universiteiten zijn ontzettend duur en de openbare zijn erg slecht. Of je kan gaan studeren hangt hier dus niet af van je capaciteiten, maar van het geld van je ouders.

Naast dit grote deel arme mensen, is er ook een deel erg rijk. Zij leven in hun eigen bubbel; uptown in grote villa’s met prachtige uitzichten over de stad en met personeel in huis. De eerste maand woonde ik bij zo’n welgestelde familie. Het was erg interessant om hun cultuur te leren kennen en ik verbaasde mij over de verschillen met Nederland. Studenten worden echt nog gezien als kinderen en zijn erg onzelfstandig. Over het algemeen blijven zij bij hun ouders wonen tot zij gaan trouwen. In het huishouden hoeven zij niets te doen. De schoonmaakster was in shock toen ze mij een pannenkoek zag bakken. 

Natuurlijk voelde ik me net een prinses in dit huis, maar toen ik na een maand in een huis ging wonen met 10 andere Internationale studenten voelde ik me veel meer thuis. Dit had ik wel nodig, want met blond haar hier in Chili word je overal nagestaard en ben je een soort attractie. Toen er laatst een aardbeving was (wat voor Chilenen heel gewoon is), zat iedereen in het park me aan te kijken van hoe gaat dit blonde meisje reageren…

Maar als je dit negeert is het prima te doen als Nederlandse hier. Zuid-Amerika is ontzettend mooi, als je maar goed uitkijkt, maar dat moet overal. Ik ben in m’n eentje naar Peru geweest en ga dit weekend naar Buenos Aires. Het voelt alsof je heel de wereld aan kan. Ik ben in ieder geval erg dankbaar dat ik dit allemaal mag ervaren en kan het iedereen aanraden, ondanks dat ik Nederland toch ook stiekem wel heel erg mis.

Sluiten