Nood breekt wet

13 november 2015. De wereld lijkt even stil te staan wanneer terroristen Frankrijk in haar hart, Parijs, la ville de l’amour, raken met terroristische acties die aan 130 mensen het leven kostten. De Franse president Hollande wil een dergelijk fiasco in de toekomst zo graag mogelijk voorkomen en roept om die reden de noodtoestand uit. Deze état d’urgence is een ingrijpende en buitengewone rechtstoestand, waarbij het normaal geldende recht aan de kant geschoven wordt. In praktijk betekent dit dat de overheid veel en verregaande bevoegdheden krijgt. Zo kunnen in Frankrijk, van wie de noodtoestand tot de zwaarste categorie behoort, fundamentele vrijheden en rechten opgeschort worden. Zo hebben enkele Franse gemeenten een verbod uitgeroepen op de boerkini, een badpak dat het gehele lichaam bedekt met uitzondering van de handen, voeten en het gelaat. De boerkini wordt voornamelijk gedragen door islamitische vrouwen en volgens de burgemeester van Cannes getuigt dit ‘uniform van de extremistische islam’ derhalve van ‘een religieuze overtuiging, terwijl Frankrijk nu doelwit is van terroristische acties’. Men zou zich in Frankrijk hier onbehaaglijk bij voelen. Het verbod en de uitspraken van haar voorstanders zijn vervolgens op veel kritiek gestuit.

Het is niet voor het eerst dat Franse maatregelen gedurende de noodtoestand commotie veroorzaken. In februari waarschuwden mensenrechtenorganisaties al dat Frankrijk mensenrechten schond gedurende de noodtoestand, die overigens normaliter twaalf dagen aanhoudt, maar na een wijziging in de Franse Grondwet drie maanden van kracht blijft. Zo hebben milieuactivisten huisarrest gekregen, zodat ze niet bij een wereldtop konden protesteren en is er in een rumoerig stadje een avondklok ingesteld, terwijl beide zaken niets met terreurdreiging te maken hadden. Human Right Watch claimt zelfs dat de politie haar nieuwe bevoegdheden op een onrechtvaardige en discriminerende manier toepast. Zo kan de politie gemakkelijk en zonder tussenkomst van een rechter huiszoekingen doen of huisarresten opleggen.

Het is echter op grond van artikel 15 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens wel toegestaan om in een noodtoestand enkele wetten en rechten opzij te schuiven. Hierbij geldt een aantal uitzonderingen: er mag absoluut geen inbreuk gemaakt worden op iemands recht op leven en het verbod op foltering en slavernij moet te allen tijde gerespecteerd worden. Hiernaast is het legaliteitsbeginsel heilig. Wanneer er inbreuk gemaakt wordt op enkele wetten of rechten uit het EVRM, moet desbetreffend land dat melden aan de secretaris-generaal van de Raad van Europa, hetgeen Frankrijk in november jongstleden heeft gedaan. De achterliggende gedachte is dat Frankrijk hierdoor met argusogen bekeken wordt door andere Europese landen met betrekking tot mensenrechtenschendingen. Verder geeft artikel 4 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten aan dat acties die geschieden uit de naam van de noodtoestand niet verder mogen strekken dan de situatie vereist en op geen enkele grond discriminerend mogen zijn.

Discriminerend is het boerkiniverbod volgens haar tegenstanders echter wel. Volgens hen is men vrij om te kiezen wat hij of zij tijdens een stranddag aantrekt en een dergelijk verbod zou ingaan tegen de religieuze en individuele vrijheden. De voorstanders van het verbod zeggen daarentegen dat de boerkini de openbare orde ondermijnt, omdat de boerkini zou indruisen tegen de seculiere waarden van de Franse republiek en een teken van vrouwenonderdrukking zou zijn. Het verbod breekt volgens de Franse premier Valls dan ook niet met de individuele vrijheid: ‘Er is geen vrijheid die vrouwen onderdrukt’. Aheda Zanetti, de ontwerpster van de boerkini, pareert deze stelling door te zeggen dat de boerkini juist vrijheid biedt aan moslimvrouwen, aangezien zij met deze outfit vrij kunnen sporten of van een stranddagje kunnen genieten.

Nadat de Franse rechter het verbod wettelijk goedkeurde, heeft de Franse Raad van State geconcludeerd dat het verbod wel tegen de Franse wet indruist. Het Hoog Commissariaat voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties volgde dit voorbeeld en oordeelde dat het verbod inderdaad tegen religieuze en individuele vrijheden ingaat en zodanig juist een averechts effect heeft: waar de bedenkers van het verbod een veiligere situatie voor ogen hadden, werkt het verbod volgens de VN stigmatiserend en vergroot het de religieuze spanningen in het land. Hierop heeft de burgemeester van Cannes, de eerste gemeente waar het verbod in werking gesteld werd, het verbod ingetrokken.

Deze discussie is echter nog niet voorbij en zal in deze tijden van spanningen dus nog wel een staartje krijgen. Men voelt zich onveilig en ziet overal een dreiging in. Het is de durende strijd tussen veiligheid en vrijheid. Tussen ‘het doel heiligt de middelen’ en ‘laat de goeden niet lijden onder de slechten’. In België en Duitsland heeft deze zaak dan ook het vuur doen oplaaien en ook in Nederland worden Kamervragen met betrekking tot deze kwestie gesteld. Daarnaast voert de PVV de strijd tegen de boerkini aan en heeft minister Asscher een dergelijk verbod in Nederland daarentegen ‘een bizar idee’ genoemd. En Aheda Zanetti? Zij is stiekem best blij met al deze commotie. Nog nooit zijn er zoveel boerkini’s verkocht.

Sluiten